Beeldende Kunst: de tweede helft 20e eeuw

Allerlei verschillende thema’s, materialen en media’s, van abstractie tot hyperrealisme en massaproductie. Wat heeft dit allemaal te betekenen, hoe is dit tot stand gekomen?
Deze cursus neemt u mee in de tweede helft van de 20e eeuw.

De cultuur in de westerse wereld verandert na de tweede wereldoorlog sterk. Denk aan democratisering van de samenleving, werkgelegenheid, sociale verzekeringswetten en de mogelijkheid om te studeren. Met de opkomst van communicatiemiddelen en massamedia ontstond het idee van de wereld als "global village". Reizen werd sneller en iedereen op de hele wereld kan met elkaar communiceren. 
Er ontstond in de jaren ‘50 een grote migratiestroom vanuit Europa naar Amerika, die van grote invloed is geweest op de verschillende kunststromingen. Er is ook een duidelijke verandering in de opdrachtgevers/sponsors van de kunst. Het massacultuur-marktmechanisme werd dominant en cultuursubsidies maakten het culturele erfgoed toegankelijk. Zowel overheid en bedrijven subsidiëren kunst. Er ontstaat kritiek op het modernisme en een postmodernistische visie waarin relativering, cultuurrealisme en aandacht voor de massamedia en massaproductie onder de aandacht wordt gebracht.

We behandelen de belangrijkste stromingen uit deze periode en de context waarin deze zijn ontstaan. Kijken naar de verschillende rollen van kunst uit deze tijd; naar de scheiding tussen low-en high-art en uiteindelijk naar de grensvervaging tussen deze zogenaamde high-art en low-art.

In de cursus kunt u zich in het volgende verdiepen:

  • Jaren ’60 met: de Europese traditionele beeldhouwkunst, l’art informel, materie schilderkunst en de COBRA
  • Het Amerikaanse Abstract Expressionisme, Action Painting en Colourfield Painting.
  • Jaren ’70 met: Nouveau Realisme, Nul, Zero, Op-Art, Kinetic Art, Lichtkunst
  • Pop-art, Post-Painterly Abstraction, Minimal Art, Environmental art en Happening.
  • Jaren ’80 met: Concept art, Arte-Poverta, Preformance, Neo-Expressionisme en Hyperrealisme.
  • Jaren ’90 met: Het nieuwe schilderen (Neue Wilden, Transavantgardia, New Image Painting, Figuration Libre en Hollandse Nieuwen), het nieuwe beeldhouwen (New Britisch Sculpture, De Latijnse School)
  • Hyperconcept, Virtual Reality, Simulation
  • Graffiti
  • Kitsch en Remake, Appropriation Art en Commodity Art

Just what is it that makes today's homes so different, so appealing?, Richard Hamilton, collage, 26 x 24.8 cm., 1956, Bron: https://en.wikipedia.org/w/index.php?curid=4161528

Duur cursus 8 x 2 uur (incl. pauze met koffie en thee)
Kosten 175
Min. deeln. 4
Max. deeln. 8
Aanmelding info@veroniqueschrama.nl